Het Vlaams Vredesinstituut is een onafhankelijk
instituut voor vredesonderzoek bij het Vlaams Parlement.

OPINIE: Schudden de schoten in Molenbeek ons eindelijk wakker?

24/06/2022

Dit opiniestuk van de hand van directeur Nils Duquet en onderzoeker Dennis Vanden Auweele verscheen op 23 juni 2022 bij De Morgen in de krant & online.

 

Op maandag 20 juni 2022 schrikte een nieuwe schietpartij Molenbeek op, reeds de twaalfde in tien maanden tijd. Deze keer op luttele meters van een school. Vuurwapengeweld lijkt iets waar we aan gewend zijn, een constant en dus haast onhoorbaar gezoem. Tot een luide knal klinkt. Snel, kordaat en doelgericht ingrijpen is nu de boodschap.

In 2010 noemde toenmalig burgemeester Freddy Thielemans een schietpartij in Brussel een fait divers, eigen aan de grootstad. De uitspraak viel op een pijnlijk moment, namelijk aan de vooravond van een reeks schietpartijen over heel België waaronder met automatische vuurwapens. De wapens waren oorlogswapens gesmokkeld uit voormalig Joegoslavië. Voor de EU, onder Belgisch voorzitterschap, waren de schietpartijen één van de redenen om in te grijpen met een eerste actieplan tegen illegale wapenhandel. Eén van de schutters radicaliseerde later in de gevangenis, faciliteerde via zijn criminele connecties de aanschaf van de vuurwapens voor de jihadistische aanslagen in Parijs en werd nadien zelf zelfmoordterrorist bij de aanslagen in Brussel. Grotere beschikbaarheid onder criminelen kan dus leiden tot de beschikbaarheid van vuurwapens voor terroristen.

Alles wijst erop dat we weer aan de vooravond staan van een toegenomen beschikbaarheid van vuurwapens voor criminelen. Traditionele smokkel uit voormalig Joegoslavië wordt de laatste jaren aangevuld door gereactiveerde vuurwapens uit Centraal-Europa. Ook nieuwe technologieën maken de toegang tot vuurwapens vandaag eenvoudiger: versleutelde apps (zoals SKY ECC en Telegram), het Darknet en nieuwe bronnen zoals 3D-geprinte vuurwapens (nu al een reëel probleem in Nederland). In de nabije toekomst komen daar mogelijk nog wapens uit het conflict in Oekraïne bij. Zweden geeft ons een voorafspiegeling van wat ons te wachten staat als we niet ingrijpen. Reeds jaren loopt bendegeweld er uit de hand, met dit jaar al minstens 32 criminele afrekeningen.

Europol en de EU beschouwen illegale vuurwapenhandel als een prioritair veiligheidsprobleem en ondersteunen acties van de lidstaten om deze handel tegen te gaan. In België, internationaal gekend als een draaischijf voor illegale wapenhandel en overduidelijk allesbehalve immuun voor vuurwapengeweld, is illegale wapenhandel echter geen prioriteit voor politie en justitie. Vuurwapenzwendel wordt wel vermeld als een te bestrijden horizontaal fenomeen in het Nationaal Veiligheidsplan 2022-2025, maar in de realiteit loopt de bestrijding van dit fenomeen mank. Nochtans tonen de schietpartijen – maar ook een recent rapport van het Vlaams Vredesinstituut – aan dat hierop ingezet moet worden.

In dat rapport stellen we duidelijk vast dat drugscriminelen heel gauw in een escalerende intimidatielogica vervallen. Intimidatiepogingen worden schietpartijen en schietpartijen worden dodelijke aanslagen. Dit soort criminelen heeft dankzij drugsgeld ook meer toegang tot kwalitatieve vuurwapens. Toch blijven ze vaak erg ongeorganiseerd. Dat is geen goed nieuws: ongeorganiseerde criminele bendes hebben vaker interne disputen en grijpen sneller naar vuurwapens.

Twee concrete, prangende knelpunten moeten in België dringend aangepakt worden om de strijd tegen vuurwapengeweld structureel te verbeteren. Door allerhande registratieproblemen hebben we allereerst geen omvattend zicht op vuurwapenincidenten. Vooral de registratieprocedures in de Algemene Nationale Gegevensdatabank bij de politie inzake vuurwapenincidenten zijn problematisch. Vele landen investeren in gecentraliseerde diensten die vuurwapenincidenten registreren, analyseren, opvolgen en aanpakken. België mag hier zeker niet in achterblijven.

Een tweede probleem is een gebrek aan aandacht en expertise. Vuurwapens zijn doorgaans een bijvangst van andere politionele acties: onderzoek naar de oorsprong en smokkelroutes van de vuurwapens vindt veel te weinig plaats. Een deel van de verklaring is de dramatische onderbemanning van de diensten die zich bezig houden met illegale vuurwapenhandel en vuurwapengeweld in België. Het centrale aanspreekpunt voor vuurwapens binnen de federale gerechtelijke politie (DJSOC- Wapens) is herleid tot een handvol individuen en de gedecentraliseerde diensten van de federale gerechtelijke politie beschikken zelden over een eenheid die zich specialiseert in vuurwapens. Bovendien worden in België amper ballistische analyses uitgevoerd op vuurwapens. Dat is nochtans essentieel om ze te kunnen koppelen aan andere misdrijven. De dienst ballistiek bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie telt overigens ook maar twee koppen. Zo bouwt men geen hoognodige expertise op en kan heel wat preventief en opvolgend werk niet gebeuren.

Zaak is dus investeren, de capaciteit verhogen en opsporing mogelijk maken. De luide knallen die de voorbije weken in Molenbeek klonken, moeten ons wakker schudden. Een dergelijke investering zal in de toekomst, in Brussel maar ook ver daar buiten, dubbel en dik renderen. Anders riskeren we een toekomst vol zogenaamde faits divers.