Dit opiniestuk van de hand van onderzoeker Maarten Van Alstein verscheen op 4 november 2024 in de krant De Standaard en op DS online.
Een gedachtenexperiment. Stel, we zetten een groot videoscherm op de markt van een Vlaamse centrumstad. Daarop tonen we extreem gewelddadige beelden. Verbrande lichamen. Een wanhopige vader, in zijn armen een dood kind, het hoofd weggeschoten. Of: je kind van twaalf komt thuis van school en vertelt dat de leerkracht in de klas dit soort beelden getoond heeft.
Zouden we dat oké vinden? Ik alvast niet. En toch, op sociale media als X, TikTok of Instagram krijgen we regelmatig zo’n extreem gewelddadige beelden te zien, bijvoorbeeld van 7 oktober of het geweld in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Ik doe al jaren onderzoek naar geweld. Toch ben ik regelmatig van slag wanneer ik tussen posts over de Vlaamse politiek en grappige katten plots dode of verwonde mensen te zien krijg.
Onze kinderen zitten massaal op sociale media. Zij kunnen ook met deze gewelddadige beelden geconfronteerd worden. Willen we dat eigenlijk wel?
Sinds enige tijd wordt een debat gevoerd over de impact van sociale media op het psychosociale welzijn van kinderen. Wetenschappers discussiëren volop over deze kwestie, onder meer naar aanleiding van het veelbesproken boek The Anxious Generation van Jonathan Haidt. In sommige landen heeft men al actie ondernomen. Smartphones worden gebannen van school. Ook het Vlaamse regeringsakkoord bant smartphones in het basisonderwijs en voorziet onderzoek naar de plaats van de gsm in het secundair onderwijs. Techbedrijven nemen ook actie. Instagram bijvoorbeeld implementeert een beschermingssysteem voor kinderen. Andere platformen zoals TikTok en X blijven wel volledig toegankelijk. Meer zelfs, TikTok besliste onlangs dat het de controle op gewelddadige video’s grotendeels zal overlaten aan AI. De Europese commissie onderzoekt of het bedrijf voldoende actie neemt om kinderen te beschermen (DS, 16/10).
Het debat over de effecten van sociale media op kinderen draait vooral rond smartphone-verslaving, cyberpesten of onhaalbare schoonheidsidealen. Naast deze belangrijke zaken moeten we het volgens mij ook uitdrukkelijker hebben over het extreme geweld dat kinderen op hun schermen te zien kunnen krijgen. Drie perspectieven zijn daarbij van belang.
Ten eerste moet het gaan over de impact van gewelddadige beelden. Leidt het bekijken ervan tot angst of somberheid? Kan het tot ongevoeligheid voor geweld leiden? Of vinden sommige kinderen het geweld misschien opwindend? Ouder onderzoek wijst uit dat gewelddadige beelden op televisie bij sommige kinderen inderdaad kunnen leiden tot angsten. Veel hangt wel af van een combinatie van persoonlijke en omgevingsfactoren. Over de precieze impact van sociale media (die ongevraagd geweld voorschotelen) hebben we meer onderzoek nodig.
Maar het debat hoeft niet alleen over impact te gaan. De kwestie heeft, ten tweede, ook een pedagogische dimensie. Wanneer vinden we het als ouders en leerkrachten oké dat kinderen en jongeren extreem gewelddadige beelden te zien krijgen? In welke contexten en onder welke voorwaarden?
Het vraagstuk roept, ten slotte, morele vragen op. Wie beslist welke gewelddadige beelden we te zien krijgen? We zijn als samenleving behoedzamer geworden met het online plaatsen van foto’s van anderen. In de regel vragen we toestemming. Slachtoffers van extreem geweld hebben dat recht vaak niet. Nu kan het in sommige gevallen maatschappelijk relevant zijn om bepaalde beelden toch te tonen, bijvoorbeeld om de kennis over gewelddadige conflicten te vergroten of overheden aan te zetten tot actie. Toch blijft het tonen van gewelddadige beelden een heikele kwestie waar we omzichtig moeten mee omgaan. Dat geldt zeker wanneer kinderen makkelijk toegang hebben tot die beelden.
Deze drie elementen moeten mee onderwerp worden van de debatten over de rol die sociale media spelen in het leven van kinderen, zowel maatschappelijk als in de wetenschap. Maar als ouders en leerkrachten hoeven we niet lijdzaam af te wachten tot overheden en techbedrijven actie ondernemen. In tussentijd hebben we zelf een belangrijke opdracht. En dat is met onze kinderen in gesprek gaan. Wat krijgen ze op hun schermen allemaal te zien? En als ze al eens extreem geweld gezien hebben, hoe hebben ze dat ervaren?
Maarten Van Alstein is onderzoeker bij het Vlaams Vredesinstituut maar ook auteur van ‘Geweld. Een geschiedenis van het moderne Europa’.