Het Vlaams Vredesinstituut is een onafhankelijk
instituut voor vredesonderzoek bij het Vlaams Parlement.

Nood aan structurele ondersteuning van vredesopvoeding in het onderwijs

12/03/2008

Vandaag stelde het Vlaams Vredesinstituut het rapport ‘Over kleine en grote vrede: vredesopvoeding in het onderwijs in Vlaanderen’ voor in het Vlaams Parlement.

De Universiteit Antwerpen (UA) en Vrije Universiteit Brussel (VUB) brachten in kaart wat in scholen gebeurt met betrekking tot vredesopvoeding. Daarbij gaat het om projecten over geweldloosheid, verdraagzaamheid en democratische attitudes. Op basis van een bevraging bij 600 scholen werd een profiel geschetst van vredesopvoedingsprojecten in het onderwijs. Dat profiel werd vervolgens afgetoetst in dieptegesprekken met betrokken leerkrachten, directies en experten, wat leidde tot een aantal opmerkelijke bevindingen.

Het onderzoek laat zien dat nogal wat Vlaamse scholen naar eigen zeggen met vredesopvoeding bezig zijn. In 62% van de basisscholen en 80% van de secundaire scholen worden vredesopvoedingsprojecten georganiseerd. De invulling van het begrip vredesopvoeding en het indelen naar thema’s is niet altijd evident. Vredesopvoeding fungeert in de praktijk als een containerterm. Ook in de eindtermen wordt nergens expliciet verwezen naar vredesopvoeding. Hierdoor is het begrip voor scholen niet geheel duidelijk en wordt gericht engagement bemoeilijkt.

Uit het onderzoek blijkt dat vredesopvoeding meestal een zaak is van individuen: bevlogen leerkrachten of directeurs. Een structurele inbedding van vredesopvoeding op school is echter zeldzaam. Om koudwatervrees voor dergelijke projecten te overwinnen en het draagvlak te verbreden, zou aandacht voor vredesopvoeding in de lerarenopleiding een structurele impuls zijn. Het merendeel van de initiatieven wordt door de scholen zelf georganiseerd, zonder input van externe organisaties. In dat verband blijkt een duidelijke nood aan overzicht van het aanbod aan projecten en de kwaliteit ervan.

Leerkrachten en directies vinden het belangrijk dat projecten aantrekkelijk zijn voor de leerlingen. Leerlingen verkiezen bijvoorbeeld een uitstap of activiteiten waarbij ze zelf iets kunnen doen. Dat is enigszins weerspiegeld in de didactische methodes die het meest door scholen worden gebruikt voor projecten: klasdiscussies, lessenreeksen, workshops en themaweken. Opvallend is echter dat projecten die op initiatief van de leerlingen worden georganiseerd, nauwelijks voorkomen. Leerlingen worden in twee derde van de gevallen wel op een of andere manier betrokken bij de voorbereiding.
Projecten voor vredesopvoeding worden door de meeste scholen als nuttig ervaren. Hoe langer projecten lopen en hoe meer de leerlingen betrokken worden bij de voorbereiding, hoe hoger de algemene effectiviteit wordt ingeschat. De concrete effectiviteit van projecten, zeg maar verandering in
het dagelijks gedrag van jongeren, blijft voor alle betrokkenen echter een groot vraagteken. Effectiviteitsonderzoek is in deze noodzakelijk, en hangt samen met de nood aan kwaliteitsindicaties. Het rapport stipt nog een aantal andere aandachtspunten aan in verband met het structureel bevorderen van vredesopvoeding op school, bijvoorbeeld de impact van de maximumfactuur, een portaalsite voor informatie-uitwisseling en een pionierspakket voor leraars die vredesopvoeding concreet willen maken.

Het Vredesinstituut heeft met dit rapport een eerste onderzoek uitgevoerd naar de manier waarop in het onderwijs getracht wordt jongeren geweldloos en verdraagzaam in het leven te doen staan. “Vredesopvoeding is onmiskenbaar aanwezig in het onderwijslandschap”, aldus directeur Tomas Baum, “maar er is bij de betrokken leraars en directies een duidelijk vraag naar structurele ondersteuning, zowel wat beste praktijken, overzicht van het aanbod, als evaluatie betreft.”

Contact
Wies De Graeve – communicatieverantwoordelijke
wies.degraeve@vlaamsparlement.be
Tel: 02/5524595 – GSM: 0473/432115