Het Vlaams Vredesinstituut is een onafhankelijk
instituut voor vredesonderzoek bij het Vlaams Parlement.

Jaarrapport ‘Vlaamse Buitenlandse Wapenhandel 2006′

15/03/2007

Vandaag heeft het Vredesinstituut in het Vlaams Parlement zijn jaarrapport ‘Vlaamse Buitenlandse Wapenhandel 2006′ voorgesteld. Met dit jaarrapport gaat het Vredesinstituut de publicatie van het officiële jaarverslag 2006 van de Vlaamse Regering vooraf met een grondige analyse van de Vlaamse wapenhandel in 2006 en het aankaarten van een aantal aandachtspunten voor het beleid ter zake.

Voor 75% van de wapenuitvoer draagt de Vlaamse Regering de verantwoordelijkheid voor het uiteindelijke gebruik van militair materieel over aan buitenlandse overheden

Vlaamse militaire goederen zijn voornamelijk hoogtechnologische componenten die worden ingebouwd in grotere wapensystemen. De uitvoer van deze goederen is dan ook grotendeels bestemd voor buitenlandse defensiebedrijven. Bij drie kwart van de vergunde wapenexport gaat het om de industrie in ‘bevriende’ landen en wordt in de Vlaamse vergunningprocedure geen verdere bepaling van de eindgebruiker vereist. Dit is ook in andere landen een gangbare praktijk, maar heeft door het specifieke profiel van de Vlaamse buitenlandse wapenhandel verregaande gevolgen voor
het Vlaamse beleid ter zake. Defensiebedrijven zijn immers een tussenstap en voor het verder gebruik en de eventuele wederuitvoer van die militaire goederen, rekent de Vlaamse overheid dus voor drie kwart op het vergunningbeleid van het land waar die industrie is gevestigd.

Op de lijst van ‘bevriende’ landen staan de lidstaten van de Europese Unie, maar ook bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Singapore en landen in ex-Joegoslavië. Een voorbeeld maakt de beperkingen van deze praktijk duidelijk: Vlaanderen exporteert niet naar Saoedi-Arabië op basis van juridische en politieke afwegingen in verband met de mensenrechtensituatie in het land. De Verenigde Staten, waar de wapenindustrie de belangrijkste klant is van de Vlaamse defensiebedrijven, zijn echter één van de belangrijkste leveranciers van militair materieel aan Saoedi-Arabië. Een soortgelijk scenario
speelt zich af in verband met bijvoorbeeld Israël en Egypte.

Bij de uitvoer naar defensiebedrijven in ‘bevriende’ landen heeft de Vlaamse overheid dus geen controle op de werkelijke toepassing van wapensystemen met Vlaamse militaire technologie.

De controle op eindgebruik en wederuitvoer door de Vlaamse overheid is onduidelijk

Niet voor alle landen waarnaar Vlaanderen militair materieel uitvoert, vertrouwt de Vlaamse overheid op het plaatselijke controlebeleid om de afweging rond eindgebruik en wederuitvoer te maken. Voor landen die niet op de lijst ‘bevriende’ landen staan (bijvoorbeeld Pakistan, India, Colombia, Israël), wordt een verklaring gevraagd waarin duidelijk wordt gemaakt wie de eindgebruiker is. Bovendien verbindt de eindgebruiker er zich toe de goederen niet opnieuw te zullen uitvoeren, tenzij met toestemming van de Vlaamse overheid. Uit de verantwoording van de bevoegde minister aan het Vlaams Parlement blijkt echter op geen enkele manier dat dit daadwerkelijk wordt gecontroleerd en opgevolgd.

Contact
Wies De Graeve – communicatieverantwoordelijke
tel. 02/552 4595 – GSM 0473/432115