Het Vlaams Vredesinstituut bracht voor het rapport Drugsgeweld in België: Intimidatie, reputatie en de onderwereld politionele en ballistische data, info uit expertinterviews (waaronder acht politionele verantwoordelijken) en uit media-analyse (onder meer van de online monitor Gunviolence.eu) samen in één rapport. Dat leidt tot nieuwe inzichten, onder meer in de dynamieken van het Belgische drugsgeweld én in verontrustende evoluties inzake ‘interimarbeid’ in het drugsmilieu, de druk op jongeren en wapengebruik. De belangrijkste bevindingen werden vanmiddag voorgesteld tijdens een expertenpanel in het Vlaams Parlement, in aanwezigheid van nationaal drugscommissaris Ine Van Wymersch en minister van Justitie Paul Van Tigchelt .
Het rapport besteedt de nodige aandacht aan explosieven, die binnen het drugsmilieu veelvuldig aangewend worden om rivalen te intimideren. In 2019 en 2020 werden vooral handgranaten gebruikt, zo blijkt uit de cijfers. Vanaf 2021 maken drugscriminelen met name gebruik van (zelfgemaakte) brandbommen en zwaar vuurwerk, zoals de Cobra.
Astrid De Schutter, onderzoeker bij het Vlaams Vredesinstituut: “Een belangrijk voordeel hierbij is dat jongeren, die vaak minderjarig zijn en tegen een vergoeding ingezet worden voor dergelijke klussen, meestal al vertrouwd zijn met het gebruik van vuurwerk. Ook personen in precaire situaties, zoals bijvoorbeeld asielzoekers of inwoners van sociaal achtergestelde wijken, worden benaderd met de belofte van snel geld. Sommige bronnen binnen de ordediensten vergelijken het intussen met een ‘interimkantoor voor criminelen’.”
Maar die ‘crime as a service’ betekent niet dat het geweld ook doeltreffender is: De tendens van uitbesteding van geweld lijkt zelfs te leiden tot meer vergisaanslagen omdat de huurlingen onvoldoende bekend zijn met het doelwit of de modus operandi. Bovendien suggereren een aantal voorvallen dat een dergelijke toetreding tot het criminele milieu niet altijd volledig vrijwillig gebeurt. Uittreden blijkt al helemaal niet vanzelfsprekend.
Voor het Vlaams Vredesinstituut blijft ook de grote beschikbaarheid van (aangepaste) vuurwapens een belangrijke reden tot ongerustheid. “Brussel wordt met de meeste schietpartijen geconfronteerd, waarbij vooral personen het doelwit zijn van de schutters. Ook Antwerpen kent een aanzienlijk aantal schietpartijen, maar in tegenstelling tot Brussel zijn daar voornamelijk woningen en handelspanden het doelwit,“ bevestigt Nils Duquet, directeur van het Vlaams Vredesinstituut.
Uit het rapport doemt verder het beeld op van een hoogst instabiele en onlosmakelijk met Nederland verbonden drugsmarkt, waar rivaliserende bendes nog meer op hun hoede zijn voor mekaar dan voor de politie. België toont zich als een erg competitieve drugsmarkt. Een stijging van de vraag naar illegale middelen, vooral naar cannabis, cocaïne en MDMA, gaat gepaard met een opschaling van de hoeveelheden drugs die geproduceerd en geïmporteerd worden, en dus ook met een omzetstijging van de drugsmarkten. Antwerpen, Brussel (en in mindere mate Limburg) blijven hotspots maar het drugsgeweld sluipt intussen ook andere regio’s binnen, bijvoorbeeld richting Wallonië of vanuit Antwerpen naar het Waasland.