Dit jaar loopt de ‘Decade for a culture of peace’ van de Verenigde Naties af, waarin vredesopvoeding een belangrijke pijler is. Het Vlaams Vredesinstituut presenteerde vandaag (8/3) het rapport “Over positieve en negatieve vrede” in het Vlaams Parlement. In dat onderzoek heeft het Vredesinstituut het aanbod aan vredeseducatieve projecten voor het Vlaamse onderwijs geanalyseerd.
Veel Vlaamse scholen organiseren projecten rond vrede en geweldloosheid
In veel Vlaamse scholen worden projecten voor vredesopvoeding georganiseerd: in 62% van de basisscholen en in 80% van de secundaire scholen. Vredesopvoeding omvat een brede waaier aan thema’s: internationale opvoeding, mensenrechteneducatie, ontwikkelingseducatie, opvoeding voor
conflicthantering, en aspecten van milieueducatie. Bepaalde projecten richten zich op het afwenden of stopzetten van oorlog of direct inter-persoonlijk geweld (negatieve vrede), andere op basiswaarden als respect, duurzaamheid en rechtvaardigheid (positieve vrede).
Scholen blijken vaak een project voor vredesopvoeding op te zetten na een concreet incident op school of een maatschappelijke gebeurtenis. Veel scholen gaan daarbij op zoek naar ondersteuning bij externe organisaties, hetzij voor didactisch materiaal, hetzij voor een kant-en-klaar project.
Een breed en divers aanbod voor het Vlaamse onderwijs
In totaal identificeerde het Vredesinstituut in zijn onderzoek 62 organisaties die samen 454 vredeseducatieve projecten aanbieden voor scholen. De traditionele vredesbeweging, de organisaties die rond oorlog en vrede werken en de organisaties die rond inter-persoonlijke geweldloosheid werken, associëren zichzelf spontaan met opvoeding tot vrede. Veel organisaties gebruiken de noemer ‘vrede’ veel minder of niet voor hun werking, maar dragen in hun educatieve werking toch bij tot die ‘cultuur van vrede’.
De meeste projecten voor vredesopvoeding worden aangeboden door gespecialiseerde educatieve organisaties. Die kiezen vaak voor een focus op een bepaald thema of type vredesopvoeding, een vaste doelgroep en/of een vaste methode. De aanbiedende organisaties stemmen hun aanbod in
veel gevallen af op leerplannen of eindtermen. Voor alle leeftijden is een ruim en gevarieerd aanbod beschikbaar, maar toch ligt het zwaartepunt op
de 10- tot 18-jarigen, met pieken voor de derde graden van lager en secundair onderwijs. De actieve inleving, beleving of ervaring krijgt veel aandacht in de aangeboden vredeseducatieve projecten. Vooral in het basisonderwijs wordt het aanbod vaak ver-kind-st. Mondiale problemen worden dan op kindermaat gebracht, bijvoorbeeld door het over kindsoldaten te hebben in plaats van over oorlog. De kostprijs van de meeste vredeseducatieve initiatieven is laag tot helemaal gratis. Dit is in belangrijke mate te danken aan het feit dat de aanbieders voor hun (educatieve) werking subsidies
ontvangen. De financiering komt meestal via andere kanalen dan het departement onderwijs, bijvoorbeeld via sociaal-cultureel of jeugdwerk.
Aandachtspunten voor middenveld, onderwijs en beleid
Ondanks het feit dat er al heel wat initiatieven voor vredeopvoeding worden genomen in het Vlaamse onderwijs, kan structurele ondersteuning ervoor zorgen dat de inspanningen meer renderen. Dat kan bijvoorbeeld door de verschillende aanzetten tot vredesopvoeding die vandaag al in vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen vervat zitten, op een rij te zetten, gezamenlijk aan te moedigen, en eventuele hiaten op te vullen of op te vangen.
Scholen die geen vredeseducatieve projecten organiseren, geven aan dat dit vaak toe te schrijven is aan het feit dat ze onvoldoende zicht hebben op het aanbod. Gezien een deel van de Vlaamse scholen de weg naar het vredeseducatieve aanbod niet vindt, is het nodig werk te maken van een permanente en gecoördineerde ontsluiting van het aanbod. Wat de aanbieders betreft, blijkt een duidelijk profiel, heldere keuzes en afgelijnde doelstellingen hun
vredeseducatieve projecten positief te beïnvloeden. “Het succes van vredesopvoeding als geheel lijkt op lange termijn vooral af te hangen van de volgehouden inspanning van de leerkrachten en van een vruchtbaar schoolklimaat”, besluit Tomas Baum, directeur van het Vredesinstituut. “De continuïteit van vredesopvoeding in voortbouwende projecten, leerlijnen en schoolcultuur is fundamenteel om van een vredeseducatieve activiteit meer te maken dan een dagje uit of een doorbreken van de dagelijkse sleur.”