Het Vlaams Vredesinstituut is een onafhankelijk
instituut voor vredesonderzoek bij het Vlaams Parlement.

Vraag en antwoord: Schietpartijen in de publieke ruimte

06/02/2019

Op 2 februari 2019 vond een publieke schietpartij plaats in de Antwerpse Brederodestraat. Onderzoeker Nils Duquet geeft duiding bij de evolutie van dodelijk geweld met vuurwapens in ons land. Hij benadrukt dat het essentieel is om een beter zicht te krijgen op de aard van het wapengeweld in onze samenleving, de specifieke contexten waarin het plaatsgrijpt en de wapens die ervoor gebruikt worden. Er bestaan immers verschillende vormen van wapengeweld gaande van crimineel geweld, straatruzies en huiselijk geweld.

We zijn geschokt door de publieke schietpartij. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt?

Het is inderdaad niet de eerste keer dat er op klaarlichte dag dodelijke schietincidenten plaatsvinden. De schietpartij die Hans Van Temsche in 2006 pleegde had verstrekkende gevolgen. Ook de schietpartijen op de kerstmarkt in Luik (2011) en in het Joods museum (2014) schokten het publiek. Tussen 2003 en 2015 vonden er in België 454 dodelijke slachtoffers als gevolg van vuurwapengeweld plaats (zie grafiek). Het is nog onduidelijk wat er in de Brederodestraat precies gebeurd is, maar dergelijke incidenten lokken veel vragen uit.

Wat kunnen we doen aan wapengeweld?

Eerst en vooral moeten we een beter zicht krijgen op de aard van het wapengeweld in onze samenleving, de specifieke contexten waarin het plaatsgrijpt en de wapens die ervoor gebruikt worden. Er bestaan verschillende vormen van wapengeweld gaande van crimineel geweld, straatruzies en huiselijk geweld. We vermoeden dat er voor verschillende geweldssituaties andere types wapens gebruikt worden. De daders verkrijgen hun wapens, afhankelijk van het type geweldpleging, waarschijnlijk op andere manieren. Dit betekent dat we ook verschillende soorten maatregelen nodig hebben om hier iets aan te doen, zoals bijvoorbeeld een goede wapenwetgeving. Na de schietpartij door Van Temsche en de daarmee gepaard gaande nieuwe Wapenwet zien we een significante daling van dodelijk geweld met vuurwapens in ons land: terwijl er in 2003 nog 53 dodelijke slachtoffers vielen als gevolg van vuurwapengeweld, waren dat er in 2015 nog maar 12.

Volstaat een goede wapenwetgeving om misbruik tegen te gaan?

Concreet zorgt een goede wapenwetgeving ervoor dat mensen met een risicoprofiel geen toegang hebben tot wapens die legaal verhandeld worden. Op die manier is het al moeilijker voor potentiële daders om aan een wapen te komen. We mogen echter niet over het hoofd zien dat er veel incidenten plaatsvinden met illegale wapens. Daarom is het belangrijk dat politiediensten meer inzetten op onderzoek naar het type wapens die worden gebruikt bij criminele activiteiten en in schietincidenten. Door proactief onderzoek kunnen politiediensten druk zetten op illegale wapenmarkten. Concreet kunnen ze daardoor in kaart brengen hoe daders, zoals die in de Brederodestraat, aan hun wapens raken en deze handel droogleggen. Een tweesporenbeleid is dus nodig om effectief te zijn: het risico op wapengeweld minimaliseren via de wapenwetgeving en de illegale handel zo veel mogelijk onder druk zetten. Intelligence en onderzoek spelen hierbij een sleutelrol.

Je nam vorige week deel aan een prestigieuze internationale conferentie over dit thema. Beweegt er iets op internationaal vlak?

Ik was in Wilton Park op uitnodiging van UNODC, het VN-orgaan voor de bestrijding van georganiseerde misdaad, om er mee na te denken over hun vuurwapenstrategie. Experten van over heel de wereld; onderzoekers, politiemensen, aanklagers en gespecialiseerde agentschappen zaten er samen. Er werd benadrukt dat er te weinig aandacht is voor het aspect van vuurwapens in politieonderzoek. Daardoor gaat er veel info van onschatbare waarde verloren om proactief illegale wapentrafiek op te sporen en bestrijden. De politie moet niet alleen op zoek gaan naar het vastleggen van het motief maar ook aandacht hebben voor gebruikte vuurwapens. Concreet moeten ze vaker ballistiek onderzoek doen en inzetten op het traceren van wapens. Zo kunnen ze de levensloop van het wapen in kaart brengen, zien waar het van de radar is verdwenen om op die manier de betrokkenen te kunnen opsporen en voor het gerecht te brengen. Die informatie moet bovendien gebruikt worden om een beter zicht op de problematiek te krijgen om op die manier dergelijke schietincidenten zoveel mogelijk te beperken.