Het Vlaams Vredesinstituut is een onafhankelijk
instituut voor vredesonderzoek bij het Vlaams Parlement.

OPINIE: Export strategische goederen vergt interfederale dialoog

09/12/2022

Dit opiniestuk van de hand van directeur Nils Duquet en onderzoeker Diedrik Cops verscheen op 8 december 2022 in DeTijd.be online.

Vijftien jaar na een vorig schandaal in 2007, zet de export van nucleaire producten van het Vlaamse bedrijf EPSI opnieuw een federale regering onder druk. Zonder interfederale dialoog dreigt een lange periode van crisissen rond de export van strategische goederen.

In 2007 moest Koen Dassen, toenmalig administrateur-generaal bij de Staatsveiligheid, ontslag nemen naar aanleiding van een controversiële levering van een ‘isostatische pers’ van EPSI aan Iran. Sindsdien leek het erop dat dit soort problemen definitief tot het verleden behoorden. Was de export van strategische goederen immers geen regionale bevoegdheid geworden?

Niet volledig dus. Onder andere de export van nucleaire technologie buiten de EU bleef een – weliswaar cruciale – federale ‘restbevoegdheid’ die na regionale goedkeuring nog steeds een fiat moet krijgen van CANVEK, de Commissie van Advies voor de niet-verspreiding van kernwapens. Na de Brexit buigt deze commissie zich dus ook over elke gevoelige nucleaire levering aan het Verenigd Koninkrijk.

Uiteraard is het belangrijk dat de uitvoer van dit soort ‘dual use’-producten (in mensentaal: inzetbaar voor burgerlijke én militaire doeleinden) met de grootste omzichtigheid en kennis van zaken behandeld wordt. Zeker nu België zich engageert als promotor van nucleaire ontwapening en als waarnemer deelnam aan de eerste bijeenkomst van het Nucleair Verbodsverdrag is behoedzaamheid op zijn plaats. Alleen is de vraag wie er baat heeft bij de onvoorspelbaarheid van het huidige beslissingsproces rond de uitvoer van gevoelige nucleaire technologie.

Betrokken overheden en bedrijven, maar ook bezorgde organisaties en burgers, zouden veel meer gebaat zijn bij een duidelijk, breed gedragen, regelgevend kader waarin een aantal basisprincipes rond de export van strategische goederen worden opgenomen. Voor de ontwikkeling van dat kader kan en moet de federale overheid het gesprek aangaan met de regio’s.

Zo hanteert Vlaanderen bij strategische uitvoer een aantal principes – denken we maar aan het exportverbod op militaire producten naar Israël of naar strijdende partijen in het conflict in Jemen – die op brede consensus kunnen rekenen, een aanzet tot transparantie vormen en betrokken bedrijven een houvast geven. Op federaal niveau zijn de krijtlijnen minder duidelijk, met rechtsonzekerheid en politiek getouwtrek tot gevolg.

De koudwatervrees om met elkaar in dialoog te gaan over basisprincipes moet dringend overwonnen worden. Temeer omdat België vastbesloten lijkt om engagementen ten belope van ettelijke miljarden aan te gaan in het kader van Europese en internationale defensieprogramma’s. Om de komende jaren te vermijden dat die federale en internationale engagementen botsen met beleidsprincipes van regionale overheden is een gedeeld, duidelijk en transparant kader essentieel. Concreet wil dit bijvoorbeeld zeggen dat Vlaanderen geïnformeerd wordt en mee richting geeft aan de principes en procedures waarover België momenteel in internationale consortia en met Europa onderhandelt.

Vlaanderen moet als historische vredesregio blijvend verantwoordelijk en voorzichtig omgaan met wapenexport. Daarvoor heeft het de nodige bevoegdheden gekregen en – met vallen en opstaan – een eigen wapenexportbeleid vorm gegeven. Dat kader kan Vlaanderen nu gebruiken als bouwsteen voor een volwaardig, vredesgericht buitenlands beleid. België moet op haar beurt het belang van haar restbevoegdheden inzake strategische goederen erkennen door ze coherent in te vullen en een volwaardige plaats te geven binnen haar buitenlands beleid.

Een onsamenhangend exportbeleid en politiek gekibbel over wapens en dual-use hebben Vlaanderen en België al herhaaldelijk verlamd en in verlegenheid gebracht in diplomatieke kringen. Om dat in de toekomst te vermijden, moeten we vandaag al beslissen welke bekommernissen en principes we delen. Enkel zo kunnen we de komende decennia een opeenvolgende reeks crisissen rond wapenexport vermijden.