Niet-geregulariseerde vuurwapens: België in Europees perspectief
Publicatiedatum: 23/05/2022
Voor project DIVERT werden drie specifieke afwendingsmethodes van vuurwapens in Europees perspectief geanalyseerd: diefstal, fraude en niet-regularisatie.
In Europa en België worden drie grote vormen van niet-regularisatie onderscheiden, namelijk niet-regularisatie na een gewapend conflict of een periode van politieke transitie, na het erven van vuurwapens of na aanpassing van de regelgeving.
In België zijn aanpassingen in de regelgeving de belangrijkste aanleiding voor de niet-regularisatie van vuurwapens. Een aanzienlijk deel van het illegale vuurwapenbezit in België bestaat uit vuurwapens die voor 2006 legaal werden gehouden, maar waarvoor de toenmalige eigenaars na de nieuwe Federale Wapenwet in 2006 niet de nodige vergunningen aanvroegen of die ze niet inleverden tijdens de amnestieperiode tussen 2006 en 2008. Hoewel moeilijk te berekenen, blijkt uit een eerdere analyse door het Vredesinstituut dat tussen 2006 en 2008 tenminste 198.000 vuurwapens werden ingeleverd. Desondanks bestaat het vermoeden dat na de wetswijziging van 2006 tienduizenden vuurwapens niet geregulariseerd werden.
Ook de wetswijziging inzake historische, folkloristische en decoratieve wapens in 2013 heeft zeer waarschijnlijk geleid tot een toename in illegaal wapenbezit. Ook toen werd parallel een regularisatiecampagne opgezet maar werden slechts 6.000 wapens geregulariseerd. Vermoedelijk verdween toen een aanzienlijk aantal vuurwapens naar het illegale circuit of het buitenland.
In de nasleep van de aanslagen in Frankrijk en België werden in België in 2018 de laders van vuurwapens vergunningsplichtig gemaakt. Ook deze wetswijzing ging gepaard met een regularisatiecampagne.
Ondanks deze opeenvolgende regularisatiecampagnes blijft het probleem van niet-geregulariseerde vuurwapens, munitie en laders groot. Betrouwbare cijfers ontbreken evenwel.
Download PDF