Het Vlaams Vredesinstituut is een onafhankelijk
instituut voor vredesonderzoek bij het Vlaams Parlement.

Vredesinstituut verwelkomt Internationaal Wapenhandelsverdrag

02/04/2013

Op 2 april 2013 hebben de VN-lidstaten met grote meerderheid het Internationaal Wapenhandelsverdrag (Arms Trade Treaty) aangenomen tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. Daarmee komt een einde aan jaren onderhandelen: een historisch moment in het reguleren van de wereldwijde wapenhandel. Het Vlaams Vredesinstituut is tevreden dat er een internationaal verdrag is dat brede steun geniet, maar betreurt de onthoudingen van de grote spelers Rusland en China.

Het VN-wapenhandelsverdrag is goedgekeurd, maar zonder Rusland en China

Op dinsdag 2 april heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het ‘Arms Trade Treaty’ aangenomen. Het gaat daarbij om regels voor de handel in conventionele wapens zoals kleine en lichte wapens, maar ook tanks, gevechtsvliegtuigen of oorlogsfregatten. Tijdens een conferentie in maart 2013 was er nog tevergeefs geprobeerd om consensus over een dergelijk verdrag te bereiken tussen de 193 lidstaten van de VN. Die consensus werd toen finaal geblokkeerd door Iran, Noord-Korea en Syrië . Daarop werd het ontwerpverdrag verwezen naar de Algemene Vergadering, waar het met grote meerderheid werd aangenomen (154 landen voor, 3 tegen en 23 onthoudingen). Enerzijds stemden grote wapenexporteurs als de VS, Frankrijk en Duitsland voor, maar twee andere wapenexportreuzen, Rusland en China, keurden het verdrag niet goed en onthielden zich. Zij zijn respectievelijk de nummer 2 en 5 in de top-5 van grootste wapenexporteurs ter wereld. Ook onder meer Indonesië, Venezuela, Soedan, Cuba en Egypte steunden het voorliggende verdrag niet.

Voor het eerst wereldwijde afspraken over wapenhandel

Het verdrag is belangrijk omdat het globale standaarden oplegt waaraan wapenexport moet getoest worden, zoals het risico op schendingen van het Internationaal Humanitair Recht of misdaden tegen de menselijkheid“, zegt Sara Depauw, onderzoeker bij het Vlaams Vredesinstituut. Er is ook aandacht voor het gevaar van afwending en ongewenst eindgebruik van wapens, gender gerelateerd geweld en geweld tegen kinderen. Dit laatste aspect ligt in het bijzonder België – dat op verschillende momenten gepleit heeft voor aandacht voor kindsoldaten – nauw aan het hart. Het verdrag beschrijft de types van wapens en activiteiten die gecontroleerd worden, het legt een rapportageplicht op van wapenhandel aan de VN en voorziet in samenwerking tussen VN-lidstaten om de controle te versterken. De impact van het Arms Trade Treaty op Europese wapenhandel is beperkt. EU-wetgeving over wapenhandel gaat reeds verder dan wat men nu op wereldniveau bereikt heeft. “Daarom was het belangrijk om naast Europese ook wereldwijde minimumstandaarden overeen te komen, die op alle landen van toepassing zouden zijn“, besluit Depauw.

Het Vredesinstituut is tevreden, maar betreurt het afhaken van enkele grote spelers

Tomas Baum, directeur van het Vredesinstituut, is in eerste instantie tevreden dat het verdrag is aangenomen en wijst op de grote meerderheid die het verdrag goedkeurde. “Met dit verdrag zullen hopelijk de ergste excessen van ongecontroleerde wapenhandel ingeperkt worden“, zegt Baum, “het maakt landen in elk geval bewust van het belang van controle op wapenexport. Bovendien zullen aangesloten staten zich nu internationaal meer moeten verantwoorden als ze bepaalde criteria schenden“. Het verdrag had volgens het Vredesinstituut wel beter gekund en het ziet de tekst dan ook eerder als een beginpunt: “Vaag taalgebruik geeft veel interpretatieruimte, criteria over mensenrechten zijn niet streng genoeg en de regels voor transparantie zijn ontoereikend.” Daarnaast is het een slechte zaak dat geen akkoord in consensus werd bereikt en dat grootmachten Rusland en China het wapenhandelsverdrag momenteel niet steunen. Dat verzwakt het verdrag en maakt de globale impact ervan onzeker. Het valt bovendien af te wachten in welke mate aangesloten landen hun economische en strategische belangen zullen onderschikt maken aan de regels van het verdrag. “Syrië is een pijnlijk voorbeeld“, duidt Baum, “Rusland en Iran bewapenen het regime, verschillende golfstaten de islamitische rebellen, en EU-lidstaten twijfelen over het bewapenen van de ‘juiste’, seculiere rebellen. Het valt af te wachten of het verdrag zo’n situatie kan beïnvloeden.

Achtergrond: meer dan 10 jaar onderhandelen over een Arms Trade Treaty

De eerste ideeën voor een wereldwijd wapenhandelsverdrag dateren van 1997 toen enkele laureaten van de Nobelprijs pleitten voor een internationale gedragscode voor de verkoop van wapens. Vanaf 2001 namen de VN het voortouw. Jarenlang werd er onderhandeld in diplomatieke kringen en campagne gevoerd door een internationale coalitie van NGO’s. Uiteindelijk werd beslist tot de finish te onderhandelen op een conferentie in juli 2012: vier weken lang probeerde men toen om wereldwijd tot gezamenlijke afspraken te komen. Er lag een compromisvoorstel op tafel, maar de VS weigerden in aanloop naar de presidentsverkiezingen de knoop door te hakken, daarin gevolgd door onder meer grootmachten Rusland en China. De Algemene Vergadering van de VN wilde het momentum echter niet kwijt, en besliste om de onderhandelingen voort te zetten in een nieuwe VN-conferentie tussen 18 en 28 maart 2013 op basis van het compromisvoorstel van juli 2012. Ook die conferentie eindigde echter in een blokkering, dit maal door Noord-Korea, Syrië en Iran.

Doorverwezen naar de Algemene Vergadering van de VN, werd het Arms Trade Treaty daar op 2 april 2013 bij grote meerderheid goedgekeurd. Nu gaat de tekst naar Secretaris-Generaal Ban Ki Moon die ze ter ondertekening en ratificatie zal voorleggen aan alle VN-lidstaten. Pas als 50 landen het effectief ondertekend en geratificeerd hebben, wordt het verdrag van kracht.

“We have international standards regulating everything from t-shirts to tomatoes. There are international regulations for furniture. That means there are common standards for the global trade in armchairs, but not the global trade in arms. Families and communities around the world have paid a heavy price.”

– VN Secretaris-Generaal Ban Ki Moon, 18 maart 2013 –