Het Vlaams Vredesinstituut is een onafhankelijk
instituut voor vredesonderzoek bij het Vlaams Parlement.

TOESPRAAK ter gelegenheid van de 97ste Ijzerbedevaart (Nils Duquet)

01/09/2024

Speech Nils Duquet (directeur Vlaams Vredesinstituut)
Uitgesproken ter gelegenheid van de 97ste Ijzerbedevaart (01/09/204)

Zoeken naar gelijkwaardigheid, zoeken naar vrede

Beste aanwezigen,

Niemand is gelijk, maar in Vlaanderen moet iedereen wel gelijkwaardig zijn. Het is de essentie van het contract tussen de overheid en de burger. Maar die gelijkwaardigheid in de praktijk brengen blijkt een enorme uitdaging.

De strijd tegen ongelijkwaardigheid is, net als de strijd voor vrede, een strijd bergop. Ze zijn beiden complex en bovendien onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat dat betekent en hoe we toch stappen vooruit kunnen zetten, daar wil ik het vandaag graag met u over hebben.

De Vlaamse geschiedenis is in belangrijke mate een geschiedenis van conflicten, aangevuurd door groepen mensen die zich NIET gelijkwaardig behandeld voelden. Hele lagen van de bevolking moesten de barricades op om niet langer gediscrimineerd te worden; omdat ze Nederlands spraken bijvoorbeeld. Of omdat ze als vrouw niet mochten stemmen. Of als LGBTI+mens zichzelf niet konden zijn. Vandaag zijn we fier dat de politiek toen gedwongen werd om te luisteren. We koesteren ook het idee dat we – nog veel meer dan in het verleden – mogelijkheden hebben om onze stem te laten horen. Iedereen die zich ongelijk behandeld voelt, kan online toch zijn of haar menig kwijt?

Blijkbaar volstaat het niet. Velen hebben het gevoel helemaal niét gehoord te worden. Omdat ze de taal niet spreken, digitaal niet of niet meer mee zijn, of nog moeilijk de toegang tot essentiële voorzieningen of onderwijs vinden. Die frustraties zorgen – letterlijk – voor enorme ON-vrede. En daarmee is het woord gevallen. Vrede. Vrede is veel meer dan “Nooit meer oorlog”. De afwezigheid van legers en wapens volstaat niet om echt van vrede te kunnen spreken;

Om daar uitdrukking aan te geven, maken we onder vredesonderzoekers gebruik van het concept van de positieve vrede. Het Institute for Economics & Peace maakt die positieve vrede ook heel concreet. Zij stellen dat positieve vrede rust op 8 basispijlers. Zonder elk van die pijlers balanceert een samenleving steeds op de rand van ON-vrede, op de rand van geweld. Een goed functionerende overheid, vrijheid van informatie… zijn bijvoorbeeld pijlers. Maar ook gelijkwaardigheid is een essentiële pijler. Die gelijkwaardigheid wordt heel tastbaar gemaakt als “gelijke toegang tot onderwijs, tot gezondheidszorg en zelfs in zekere mate tot inkomen.” Er wordt groot belang aan deze indicator van positieve vrede gehecht en dat hoeft niet te verbazen; snijdende ongelijkheid is immers vaak de oorzaak van gewelddadige conflicten.

Ook Elise Boulding, een andere vredesonderzoeker, ziet in positieve vrede een belangrijk dam tegen geweld in de samenleving. Voor haar is positieve vrede “een geheel van vredesculturen”; Het zijn al die relaties, netwerken en structuren die duurzame vrede bevorderen.

In Vlaanderen waren en zijn die “vredesculturen” diep ingebed in de samenleving. Zeker hier in Diksmuide, bij het memoriaal van de Vrede, mag men daar trots op zijn; de Vlaamse vredesgedachte werd hier een belangrijk onderdeel van de Vlaamse identiteit. Ze was mee de motor voor het zoeken naar meer bevoegdheden die – als de politieke wil er is – kunnen helpen in de bouw van een meer gelijkwaardig Vlaanderen.

Iedereen gelijkwaardig, daar zijn we – ondanks vele stappen vooruit – nog lang niet. Ook in Vlaanderen ligt nog veel werk op de plank. In onzekere geopolitieke tijden is het dan verleidelijk om helemaal op zichzelf terug te plooien. We hebben zelf al genoeg problemen, zo hoor je wel eens.
Tegen die verleiding moeten we durven vechten. We moeten, als open en kwetsbare regio, ook blijven investeren in ons buitenlands beleid, blijven investeren in vredesdiplomatie ook. Dat plaatje oogt vandaag problematisch: vanuit de diplomatie komen signalen dat de opgelegde besparingen echt pijn doen. Intussen lijkt de ruimte voor investeringen in defensie onbeperkt. Ook hier kan en moet de vredesgedachte meer richtinggevend zijn.

Vlaanderen heeft intussen – in tegenstelling tot wat velen denken – ook zélf heel wat bevoegdheden voor een vredesgericht buitenlands beleid. Dat is het gevolg van het ‘in foro interno, in foro externo’ -principe: Voor al haar bevoegdheden, bepaalt Vlaanderen zélf hoe ze de internationale aspecten ervan vormgeeft.
Dat betekent dat het Vlaams buitenlands beleid geen geïsoleerde bevoegdheid is.
Ook bijvoorbeeld de internationale aspecten van ons jeugd-, media- of cultuurbeleid kunnen er richting aan geven. Al die bevoegdheden kunnen belangrijke hefbomen worden voor een betere weerbaarheid tegen oorlog en geweld, hier en elders. Erop inzetten, erin investeren; het lijkt de logica zelve voor een open regio met een moedige visie op conflictpreventie, verzoening en positieve vrede, ver weg van de navelstaarderij.

Ook onderwijs en onderzoek zijn cruciale bevoegdheden voor het buitenlandse beleid van Vlaanderen. Momenteel doen we daar echter te weinig mee. Nochtans kunnen we met een echt Vlaams buitenlandkader onze onderzoeks-en onderwijsinstellingen beter richting geven, bijvoorbeeld bij de keuze om al dan niet met bepaalde Israëlische instellingen samen te werken. Dat kan een belangrijke manier zijn om Israël duidelijk te maken dat Vlaanderen niet lijdzaam blijft toekijken wanneer tienduizenden Palestijnen gedood worden en humanitaire hulp onmogelijk gemaakt wordt.

Helaas zijn overheden, in Vlaanderen, Europa en elders, soms selectief doof. De dringende roep om hulp uit Oekraïne pikten de Vlaamse overheid en het Vlaamse Parlement – helemaal terecht trouwens – krachtdadig op. Ze verwelkomden vluchtelingen en waren snel en duidelijk in de veroordeling van de Russische agressie. Ook de gruwelijke, terroristische aanval van Hamas werd streng veroordeeld. Op de hartverscheurende hulpkreten uit Palestina wordt, door Vlaanderen en door Europa, heel wat minder krachtdadig gereageerd. In tegendeel, de onderdrukking en ontmenselijking worden er in zekere mate getolereerd, van gelijkwaardigheid is geen sprake.

Met een dergelijke, wraakroepende en ongelijke behandeling van conflicten en van slachtoffers, met een inconsequente houding op het internationale toneel dreigen we vandaag bestaande conflicten te verergeren. We planten er ook de kiemen van de oorlogen van morgen mee. Wanneer die oorlogen op hun beurt opnieuw tot situaties van extreme armoede en ongelijkheid leiden, dreigen we verstrikt te raken in een vicieuze cirkel.

Dames en heren,

enkele jaren geleden leek het zoeken naar vrede en gelijkwaardigheid, niet enkel in de ambities voor Vlaanderen maar ook in onze blik op slachtoffers van conflicten, breed gedeeld. Vandaag loopt de weg van on-vrede naar vrede, van on-gelijkwaardig naar gelijkwaardig – ik zei het al bij het begin – steil bergop. Gelukkig beschikt Vlaanderen over de beleidsinstrumenten die belangrijke verbeteringen mogelijk maken. De Vlaamse regeringsonderhandelingen bieden ook alle kansen om die ambitie in beleid te vertalen. Het Vlaams Vredesinstituut zal onze beleidsmakers er in elk geval houvast en inspiratie voor blijven aanbieden.

Maar ook u nodig ik uit om – als ambassadeurs van de vredesgedachte in Vlaanderen – niet te twijfelen om in uw eigen omgeving en vereniging, soms tegen de stroom in, uw stem te laten horen. Die stem, voor gelijkwaardigheid, voor vrede, verdient het, zeker vandaag en zeker in een Vlaanderen dat getekend werd door een geschiedenis van oorlog en geweld, om gehoord te worden.

Ik dank u voor uw aandacht.